het voorjaar
   van 1987

teerste contact
Het was in het voorjaar van 1987 dat twee Askruizen met hun partners in Vlaanderen verbleven en in de aanwezige toeristische informatie lazen dat er in het West-Vlaamse Poperinge, Keikoppencarnaval werd gevierd. Juist dat “Keikoppen”viel hen op: in carnavalstijd wordt Oosterhout Kaaiendonk genoemd. De link met Kei, in het Brabantse dialect ook wel Kaai genoemd, was snel gelegd.

Na contact met de toenmalige voorzitter Bernard Masselus werd in November van dat zelfde jaar een kleine delegatie van Ut Kaaiendonks Kepelleke 'd Askruizen ontboden. Ze werden gastvrij ontvangen met koffie, thee en een overdaad aan lekkernijen, een ware streling voor de smaakpapillen. Voor bij de koffie werden ons verschillende whisky’s en cognacs aangeboden.  En zo geschiedde, bij het aanhoren van onze wederzijdse belevingen en bevindingen van carnaval ontstond er al snel een klik en werden d’ Askruizen uitgenodigd voor het naderende carnaval in het voorjaar van 1988, drieënhalve week na ons eigen carnaval.

     kennis
met
     poperinge

kennismoakinge
Op de zaterdag maakte Ut Kaaiendonks Kepelleke 'd Askruizen kennis met Poperinge, de bakermat van de Belgische Hopteelt en haar rijke biergeschiedenis en -cultuur. Slapen deden we in de lokalen van de scouts, de ene tegen de andere, op luchtbedden en stretchers. Na het optreden zaterdagavond was er nog volop gelegenheid om het nodige Belgische bier tot ons te nemen, waar gretig (soms te gretig) gebruik van werd gemaakt. Het was dan ook niet verwonderlijk dat deze die de nacht onrustig verliepen, de meeste van ons een ‘zware’ zondag tegemoet gingen. Naast onze muzikale inbreng in de stoet voerden we die zondag ook voor het eerst een van onze theatrale kunstje op tijdens de zitting in het stadhuis.

Een ware vriendschap was geboren en vanuit die vriendschap kwam dan ook het verzoek om vooral het daarop volgende jaar weer terug te keren. Van deze uitnodiging maakten ze graag gebruik, omdat ze hun slaapgelegenheid konden verruilen voor het vakantiecomplex Kosmos, aan de Noordflank van de Rodeberg in Westouter.

Ze waren inmiddels een graag geziene gast (want die Ollanders waren toch best wel muzikaal en ook nog leuk) en vanaf dat jaar verbleven ze in het stadscentrum in het tweetal hotels gelegen op en in de nabijheid van de Markt.

     bezoek aan
Oosterhout

d'n hommelpluk
Het bezoek van Poperinge aan Oosterhout beperkte zich niet alleen tot carnaval. Ook door het jaar heen mochten we onze vrienden ontvangen. Hoogtepunt was het bezoek van de Poperingse burgemeester Henri d’Udekem d’Acoz, die het eerste exemplaar van onze CD “De Kruistocht” in ontvangst nam. Een van de nummers op deze CD is het Poperingse volksliedje, d’n Hommelpluk.

De contacten en relaties blijven niet beperkt tot carnaval. Ze hebben al dan niet in clubverband, ook andere festiviteiten meegemaakt: trouwerijen, lustrumvieringen, openingen, verjaardagen, een Gregoriaans festival, Marktrock, de Vierdaagse van den IJzer, Hoppefeesten of ze reizen zomaar een weekend af naar het voor hun zo geliefde Poperinge, waar het goed vertoeven is!
Dat Oosterhout in Poperinge gekend is, mag wel uit de reacties die Nederlandse bezoekers in Poperinge telkens krijgen.“Kom jullie toevallig uit Oosterhout?”, klinkt het dan.

Ze staan nu aan de vooravond van de zesde lustrumviering van de vriendschapsband tussen d’ Askruizen en de carnavalisten van Poperinge. Wij vierden ons gouden jubileum, waar zij al bijna dertig jaar van mee mochten maken. Een hechte vriendschap, die van ons nog jaren mag duren! Immers: wat zijn d’ Askruizen zonder carnaval in Poperinge en wat is carnaval in Poperinge zonder d’ Askruizen?

     jaap
oomen

Memento homo
qua pulvis est
Ondanks dat Ad Jespers veruit het meest contact onderhoudt met Poperinge, is hét gezicht van d’ Askruizen -althans voor de doorsnee Poperingenaar- Jaap Oomen. De Grand Marshall die sinds 1988 aanwezig is, heeft steevast zijn bolhoed en rode neus op. Zittend op de motorkap van de brandweerwagen, spreekt z’n mimiek boekdelen. In 2017 kwam hij voor het laatst naar Poperinge als Grand Marshall, omdat hij de fakkel aan de nieuwe generatie wou doorgeven.

“Twee jaar geleden vroeg een Poperingse van ongeveer dertig jaar hoelang Jaap al in de stoet meeliep. Jaap antwoordde haar dat hij dat al zo’n 27 jaar deed. Zij reageerde daarop met: “Ik kan me geen carnaval herinneren dat u er niet bij was.”Het Poperings carnaval is voor Jaap een geweldig feest, waarbij hun jaarlijkse bijdrage bij de zitting op het stadhuis een hoogtepunt is. Daar met 'd Askruizen binnenstappen en samen met Walther of anderen uit de club de Poperingse actualiteit en politiek op de korrel nemen en de diverse burgemeesters: Mahieu, d´Udekem d´Acoz en Dejaegher in het pak steken. Jaap mocht daar als kandidaat-burgemeester aantreden en onder meer de rollen spelen van Kamiel Spiessens en koningin Fabiola.

Een ander hoogtepunt is de jaarlijkse stoet. D´Askruizen zijn gekend bij het Poperingse publiek. Applaudisserend en zwaaiend begroeten ze de witgehelmde muzikanten. En Jaap mag voorop lopen met zijn glimlach, het brilletje en de rode neus. In 2015 liet burgemeester Dejaegher zich hierover aan een Nederlandse journalist ontvallen: “Het is pas carnaval geweest, als je gekke meneer Jaap in de optocht hebt gezien. Maar niet alleen dat deel van de Poperingse carnavalsfestiviteiten geeft Jaap aan den lijve mogen ervaren. In 1997 met Peter Carpentier en in 2002 met Johan Ryckeghem en Willy Vynck mocht hij bij gebrek aan voldoende kandidaten meedoen als kandidaat prins bij de verkiezing. En in 2002, 2004 en 2006 leverde hij als Ricardo de Ronde een bijdrage aan de Smul & Smile-avonden en werden Walther, Ad en Jaap gastvrij ontvangen door Kristof Lobeau en Saskia Dewulf voor het middagmaal en overnachtten we bij Bernard Masselus en Lena Vitse.

In al die jaren ontstond een ware vriendschapsband tussen de mannen van ut Kaaiendonks Kepelleke d' Askruizen en Poperinge. Ze werden uitgenodigd voor bruiloften en gedenkfeesten. En kwamen wij gewoon, door het jaar heen, in Poperinge dan werden wij toegewuifd en ook dan was er die geweldige gastvrijheid.

Er komt een carnaval dat Jaap, met die eeuwige glimlach en het brilletje, niet meer in de Poperingse stoet te zien is. Immers de wapenspreuk van d’Askruizen luidt: Memento homo qua pulvis est, oftewel: gedenk o mens dat gij van stof zijt. Niets is voor de eeuwigheid!

     Verbroederings monumenten

Monumentn
Door de jaren heen zijn er verschillende verbroederingsmonumenten geschonken geweest door 'd Askruizen aan de Stad Poperinge. Dit gebeurde telkens tijdens de carnavalszitting op zondagmorgen.

Het eerste monument is een boom die geschonken werd om het toenmalig pas opgetrokken Dirk Frimoutpark op te fleuren.

Het tweede monument is een straatloze naam in Poperinge die officieel de naam kreeg als Boulevard 'd Askruizen. Dit zijnde de straat waar de brandweerwagens uitrijden tussen de brandweerkazerne en zaal de 'Maeke Blyde'.

Het derde monument is er één met reeds vele verhalen, het Oosterhoutertje. Een monumentale paal die in eerste instantie ter hoogte van café De Vismarkt werd geplaatst met als onderhoudsman 'Stefaan Depoorter'. Na enkele maanden werd dit paaltje jammerlijk aangereden en beschadigd. Na wat herstellingswerken door Max Janssens werd het Oosterhoutertje in ere hersteld en verplaatst naar de overkant op een veiligere plaats. In het jaar 2018 werd er beslist, door de bouw van apartementen, om het Oosterhoutertje eventjes op te bergen. Tijdens de eerste dag van het carnavalsweekend van het jaar 2019 werd het Oosterhoutertje op zijn nieuwe locatie terug gehuldigd, dit zijnde in het grasperk aan de overkant naast de Sint-Bertinuskerk, waar het nu definitief zal blijven staan.

Het vierde monument is een verbroederingsbord die geplaatst werd bij de ingang van de stad via de N38 Ieper-Poperinge.
© 2019 VZW Keikoppencarnaval